Als ik in juli ’s avonds m’n tuin in loop, ga ik m’n neus
achterna. Verschillende bloemen geuren dan volop zoals de kamperfoelie en de teunisbloem.
Ze geuren juist ’s nachts, omdat ze nachtvlinders nodig hebben voor de
bestuiving.

Hoe onderscheid je dag- en nachtvlinders? Vooral aan de
vorm van de voelsprieten. Alle dagvlinders hebben een knopje op het eind. De
antennes van nachtvlinders zijn veer- of draadvormig, maar hebben nooit een
knopje. Ook vouwen dag- en nachtvlinders hun vleugels anders over hun lijf.

Kamperfoelie komt niet alleen in tuinen voor: deze klimplant
groeit ook volop in moerasgebieden zoals de Botshol en bij de Nieuwkoopse
Plassen.
De teunisbloem komt oorspronkelijk uit Amerika maar is
helemaal ingeburgerd. Alle onderdelen van deze plant zijn eetbaar (al heb ik
het nog niet zelf geprobeerd). De bloemen van de teunisbloem gaan pas tegen
schemering open. Ze zijn bijna lichtgevend geel; vooral die van de grote
teunisbloem zijn prachtig. En de geur … heerlijk. Ik kan me helemaal
voorstellen dat nachtvlinders hierop af komen.
Wil je meer weten over nachtvlinders? Op 6 september is
het Nationale Nachtvlindernacht (www.nachtvlindernacht.nl). Op verschillende
plekken in Nederland kun je dan nachtvlinders kijken. Ze worden gelokt met
speciale lampen en zoete geurstoffen. Verder doen veel natuurcampings dit jaar
mee aan de nachtvlinderestafette. En wil je in je eigen tuin nachtvlinders
kijken? Dan vind je op de genoemde website tips hiervoor.
Met dit prachtige zomerweer is het heerlijk om ’s avonds
nog even naar buiten te gaan. Ga dan ook je neus achterna en op zoek naar
nachtvlinders!
(Deze blog verschijnt in week 30 2013 ook als column in de lokale krant Nieuwe Meerbode.)