zondag 27 oktober 2013

Herfstkleuren in de sloot

Geniet u ook zo van de herfstkleuren? Wist u dat op veel sloten ook herfstkleuren zijn te zien? Momenteel verkleuren de geschubde blaadjes van de kroosvarens van blauwachtig groen naar indrukwekkend steenrood, de kleur van gravel.
Kroosvarens zijn geen kroos. De kleine ronde blaadjes op de foto zijn een van de soorten eendenkroos die ons land rijk is. Kroos kan bloeien, met onooglijke bloempjes, maar vermeerdert zich vooral vegetatief. Dat wil zeggen dat uit elk bladschijfje kroos zich weer een nieuw schijfje vormt. Kroosvarens zijn echte varens. Net zoals alle varens vermeerderen ze zich met sporen die zich aan de onderkant van het blad bevinden. In de winter sterven de plantjes af. Pas in de zomer komen ze terug. In de herfst breiden ze zich zo sterk uit dat ze hele sloten kunnen bedekken.



Oorspronkelijk kwamen kroosvarens al in onze streken voor. Maar tijdens de voorlaatste IJstijd, zo’n 150.000 jaar geleden, zijn ze uit ons land verdwenen. Aan het einde van de 19e eeuw heeft men in botanische tuinen twee soorten kroosvaren uit Amerika ingevoerd. Die verwilderden al snel. Een daarvan is de grote kroosvaren die ooit tot de Europese flora behoorde en nu dus als ‘exoot’ is teruggekeerd.
Groot kroosvaren komt vooral voor in voedselrijk water in West-Nederland. De plant leeft in symbiose met een blauwwier dat stikstof uit de lucht kan binden. De kroosvaren gebruikt deze stikstof voor zijn eigen ontwikkeling. Als de kroosvarens in de winter afsterven, wordt zo nog eens extra stikstof aan het water toegevoegd. Kroosvarens zorgen dus voor het nog voedselrijker worden van sloten!
Daarnaast groeien ze bij warm weer zo hard, dat de laag kroosvaren wel een decimeter dik kan worden. Dat levert problemen op voor het zuurstofgehalte van het water: vissen en andere waterdieren sterven daardoor. Waterschappen zullen dan ook proberen om de dikke laag te verwijderen, maar dat lukt niet overal. Er wordt momenteel onderzoek gedaan of kroosvarens biologisch te bestrijden zijn met een bepaald soort snuitkever uit Noord-Amerika. Omdat deze snuitkever alleen op kroosvarens zit, zou het een goede manier zijn om deze plantjes te bestrijden. Persoonlijk vind ik een beetje griezelig: een exoot bestrijden met een exoot.
Exoot of niet: geniet gewoon van de mooie herfstkleuren in de sloot. En laat u niet verleiden om eroverheen te lopen: het is geen tennisbaan!

(Deze tekst wordt in week 44 geplaatst in de Nieuwe Meerbode als IVN-column 'Natuur dicht bij huis')

zondag 21 juli 2013

Avondgeuren en nachtvlinders

Als ik in juli ’s avonds m’n tuin in loop, ga ik m’n neus achterna. Verschillende bloemen geuren dan volop zoals de kamperfoelie en de teunisbloem. Ze geuren juist ’s nachts, omdat ze nachtvlinders nodig hebben voor de bestuiving.

In Nederland komen ongeveer tweeduizend soorten nachtvlinders voor, tegenover 53 soorten dagvlinders. (Van die nachtvlinders horen 1300 tot de zogenaamde kleine vlinders, de micro’s.) Dus ze zijn veruit in de meerderheid! Vrijwel alle nachtvlinders vliegen ’s nachts; ruim honderd soorten zijn overdag actief.

Hoe onderscheid je dag- en nachtvlinders? Vooral aan de vorm van de voelsprieten. Alle dagvlinders hebben een knopje op het eind. De antennes van nachtvlinders zijn veer- of draadvormig, maar hebben nooit een knopje. Ook vouwen dag- en nachtvlinders hun vleugels anders over hun lijf.

De (wilde) kamperfoelie ziet er overdag prachtig uit met haar wit-lichtgele bloemen. Ze geurt dan licht. Maar ’s avonds ruik je de bedwelmende geur al van verre. De plant heeft vlinders nodig met een lange tong zoals pijlstaartvlinders. Een hele mooie is het groot avondrood waarvan de rupsen op wilgenroosjes leven. Na de bevruchting verschijnen aan de kamperfoelie prachtige rode bessen die voor ons mensen giftig zijn.
Kamperfoelie komt niet alleen in tuinen voor: deze klimplant groeit ook volop in moerasgebieden zoals de Botshol en bij de Nieuwkoopse Plassen.

De teunisbloem komt oorspronkelijk uit Amerika maar is helemaal ingeburgerd. Alle onderdelen van deze plant zijn eetbaar (al heb ik het nog niet zelf geprobeerd). De bloemen van de teunisbloem gaan pas tegen schemering open. Ze zijn bijna lichtgevend geel; vooral die van de grote teunisbloem zijn prachtig. En de geur … heerlijk. Ik kan me helemaal voorstellen dat nachtvlinders hierop af komen.
Andere planten die (ook) ’s nachts geuren zijn de rode spoorbloem, de vlinderstruik en (sier)tabak.

Wil je meer weten over nachtvlinders? Op 6 september is het Nationale Nachtvlindernacht (www.nachtvlindernacht.nl). Op verschillende plekken in Nederland kun je dan nachtvlinders kijken. Ze worden gelokt met speciale lampen en zoete geurstoffen. Verder doen veel natuurcampings dit jaar mee aan de nachtvlinderestafette. En wil je in je eigen tuin nachtvlinders kijken? Dan vind je op de genoemde website tips hiervoor.

Met dit prachtige zomerweer is het heerlijk om ’s avonds nog even naar buiten te gaan. Ga dan ook je neus achterna en op zoek naar nachtvlinders!

(Deze blog verschijnt in week 30 2013 ook als column in de lokale krant Nieuwe Meerbode.)

dinsdag 26 februari 2013

Scharrelen in de natuur

Wat is úw eerste natuurherinnering? Slootje springen (en in de sloot vallen)? Een hut bouwen? Een krans van madeliefjes maken? Kikkervisjes vangen? Lekker met laarsjes door de plassen stampen? Alle kinderen gun je zulke leuke herinneringen voor later. MAAR … tegenwoordig spelen 50% minder kinderen buiten dan twintig jaar geleden.
Buiten spelen en natuur beleven is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Dat blijkt steeds maar weer uit allerlei onderzoeken. Buiten spelen is gezond omdat kinderen meer bewegen en frisse lucht inademen. Of het nu lente, zomer, herfst of winter is: buiten kunnen kinderen hun energie kwijt en leren ze om risico’s beter in te schatten. Natuur (groen) is goed voor de ontwikkeling van zintuigen, motoriek, concentratie, denkvermogen en creativiteit. Maar ook hun sociale vaardigheden ontwikkelen zich beter als kinderen samen met vriendjes buiten spelen.
Helaas komen kinderen steeds minder buiten. De digitale wereld is zeer verleidelijk. Ook denken veel ouders dat het buiten ‘gevaarlijk’ is. Maar een ‘natuur-tekort’ is misschien nog wel gevaarlijker: het kan leiden tot allerlei lichamelijke en psychische klachten.
En er is nog meer. Jelle de Jong, algemeen directeur van IVN: “Onze kinderen bepalen straks het beleid. We moeten ervoor zorgen dat de toekomstige beleidsmakers nu niet van de natuur vervreemden, maar juist het groen in hun hart sluiten. Hoe kunnen we verwachten dat zij later voor de natuur zorgen en werken aan een duurzame samenleving als zij er geen band mee hebben?

Het is niet zo moeilijk om met kinderen naar buiten te gaan. Daarvoor hoef je helemaal niet ver weg. Ik werk zelf op een buitenschoolse opvang in Amsterdam Oud-West, in de buurt van het Vondelpark. De kinderen spelen bij ons altijd eerst zo’n twee à tweeëneenhalf  uur buiten voor we naar binnen gaan. Ook de afgelopen koude weken, met de juiste kleding aan. Ook in hartje Amsterdam kun je bomen klimmen, wormen zoeken, tuinvogels tellen, brandnetelsoep maken, bomentikkertje doen, enzovoort, enzovoort.
Omdat zo weinig kinderen buiten komen, besteedt het landelijke IVN dit jaar extra aandacht aan kinderen. Allerlei tips van IVN om met uw (klein)kinderen naar buiten te gaan vindt u op www.scharrelkinderen.nl. Of meld uw (klein)kind lid aan op www.oerrr.nl (van Natuurmonumenten). Ook op deze plek zullen we u regelmatig tips geven voor natuurbeleving met kinderen. En ik weet het zeker: u geniet er zelf ook van!

(Deze column verscheen eerder (week 6) in de Nieuwe Meerbode, edities De Ronde Venen en Uithoorn, als IVN-column 'Natuur dicht bij huis')