vrijdag 2 september 2011

Help, heermoes in mijn tuin!


Onkruid wieden vind ik een prettige, rustgevende bezigheid. Maar het moet wel resultaat opleveren. Eén soort lijkt van jaar tot jaar alleen maar toe te nemen. En dat is heermoes.
Al wiedend vroeg ik me af: wat is eigenlijk het ‘nut’ van heermoes? En hoe kan ik hem het beste bestrijden?

                                                                

Heermoes is een paardenstaart. Paardenstaarten bloeien niet, maar verspreiden zich met sporen, net zoals varens en mossen. 300 miljoen jaar geleden, nog voor de dinosauriërs, kwamen ze al massaal voor. Ze waren zo groot als bomen. Nu zijn er wereldwijd nog zestien soorten over. Een ervan is heermoes.
Alle paardenstaarten hebben holle stengels en leden die je uit elkaar kunt trekken. Hun stevigheid danken ze aan die holle stengel en de grote hoeveelheden kiezelzuur die ze uit de bodem opnemen. Bovengronds kan heermoes een halve meter hoog worden, maar onder de grond kunnen de zwarte wortelstokken wel anderhalve meter lang worden! Deze plant voelt zich thuis in opgebrachte en omgewoelde grond zoals in tuinen.
Bijna alle planten zijn afhankelijk van schimmels in de grond om goed te kunnen groeien. Paardenstaarten niet. Er is in Nederland maar één insect die op paardenstaarten leeft. En dat is de paardenstaartsnuittor. Koeien en andere grazers eten geen heermoes. De plant is giftig en door het kiezelzuur moeilijk verteerbaar. Hij is zelfs giftig voor planten die om hem heen groeien: grassen ontkiemen en groeien minder goed in de buurt van heermoes.
Maar: heermoes is bekend om zijn geneeskrachtige werking. Hij is vochtafdrijvend, bloedstelpend en nog veel meer. Heermoes slaat  mineralen uit de ondergrond op, in hoge concentraties. Daarom wordt de plant bijvoorbeeld gebruikt als indicator van goudhoudend erts … Omdat de plant zeer mineraalrijk is, kan het ook goed als meststof gebruikt worden. Dan moet je er wel eerst een stinkende gier van brouwen (1 kilo groene heermoesstengels op 10 liter water 10 dagen laten staan).

Al met al toch wel een interessante plant ... Maar nog steeds ben ik hem liever kwijt dan rijk. Ik gebruik zelf nooit gif in mijn tuin, maar dat zou ook niet helpen. Alleen enkele bestrijdingsmiddelen die niet langer officieel op de markt zijn, kunnen heermoes aan. Er zit dus niks anders op dan blijven schoffelen en wieden. En zorgen voor genoeg andere planten die de heermoes kunnen overschaduwen. Want dat helpt ook.


(eerder verschenen in Nieuwe Meerbode)

dinsdag 22 maart 2011

Geel is de kleur van...het voorjaar!

Voor mij is geel dé kleur van het voorjaar. Geel staat voor zon, warmte, vrolijkheid ... Daarom ben ik na een lange winter blij met gele bloemen in de natuur en in de tuin. In de bermen staan op een zonnige dag de bloemen van speenkruid en klein hoefblad wagenwijd open. In veel tuinen zie je de forsythia bloeien, maar dat geel vind ik persoonlijk wat te veel van het goede. Bij mij in de tuin zijn de toverhazelaar en winterakonieten al uitgebloeid. Daar bloeien nu de gele kornoelje, de eerste kleine narcissen en gele krokussen.

Klein Hoefblad

Gele bloemen trekken veel meer de aandacht dan blauwe of paarse bloemen. Dat schijnt ook voor bijen te gelden. Bijen vallen misschien nog meer voor witte bloemen. Ze kunnen namelijk ultraviolet licht zien (en wij niet). Daarom zien zij witte bloemen als opzichtig blauw en dat trekt hun aandacht. Omdat de meeste bloemen in Nederland door bijen en andere insecten worden bestoven, is de overheersende bloemkleur hier geel of wit. In de tropen zijn vogels die gevoelig zijn voor rood, de belangrijkste bestuivers. En dus zie je daar opvallend veel dieprode bloemen. Bloemen die niet door insecten worden bestoven, maar door de wind, hebben nauwelijks opvallende kleuren. Denk maar aan elzenkatjes. Wilgenkatjes worden weer wel door bijen en hommels bestoven en daarbij valt het gele stuifmeel erg op.

Zijn er eigenlijk ook gele dieren? Ja zeker, en heus niet alleen tropische vogels of Zuid-Amerikaanse pijlgifkikkers. Denk maar aan gele kuikentjes. Volwassen vogels met geel die in Nederland voorkomen, zijn bijvoorbeeld de wielewaal en de gele kwikstaart.
Geel en zwart samen staat voor gevaar en giftig. Denk maar aan de wesp! Er zijn ook soorten zoals geel-zwarte zweefvliegen die net doen alsof ze giftig zijn; ze hopen zo niet gegeten te worden.

Speenkruid

Nu moeten we het nog even doen met narcissen, speenkruid en klein hoefblad. Maar straks kunnen we genieten van gele dotterbloemen langs de waterkant. In mei kleuren de weilanden geel van de paardenbloemen en daarna van de boterbloemen. In juni bloeien de gele lissen. En dan … ja, dan is het zomer en zingt de wielewaal zijn lied. Dan kan ik schrijven over geel als dé kleur van de zomer. Gelukkig is dat nog ver weg. Dus nu gewoon genieten van het voorjaar!

(ook verschenen als column in de Nieuwe Meerbode 23 maart 2011 en op www.ivn.nl/derondevenen&uithoorn)

zondag 30 januari 2011

Paar uurtjes in de tuin

Even een paar uurtjes in de tuin op zondagmiddag ... wat je dan al niet ziet en beleeft. Nu hebben we best een grote tuin, dus valt er altijd wat te zien.


Allereerst een kijkje genomen bij de schuur in aanbouw waar manlief en zonenlief aan werken. Die moet een bouwvallige schuur vervangen. Mijn mannen kennende gaat het wat moois worden. Van duurzaam larikshout.
Toen bij de voordeur bladeren en afgestorven planten uit de border weggehaald. Daar staan heel veel sneeuwklokjes en die kunnen we nu beter zien. Ze zijn nog niet echt in bloei, maar je ziet de bloemknoppen al wel. Ook de neuzen van allerlei andere bollen zijn al te zien. Van bollen heb je nooit te veel, vinden wij. We hebben dit huis nu al bijna zes jaar, maar elk jaar poten we weer nieuwe bollen erbij. Op een luw plekje staan de blauwe druifjes al bijna te bloeien. Verder staan de toverhazelaar, de gewone hazelaar, de kerstroos en de cyclaampjes in bloei. 


Ik zag de poezen Neuz en Kick over iets gebogen in de moestuin. Even een kijkje genomen. Dat bleek het karkas van een gans te zijn. Nu vliegen die hier vaak over, maar hoe komt er één in de moestuin terecht? Uit de lucht gevallen? Hierheen gesleept (door een vos)? Raadsels! De snavel ontbrak, er zat nog maar één oranje poot aan. De vleugels zaten er ook nog aan. Er was nog pas van gegeten, waarschijnlijk ook door onze poezen, want de botten zagen er allemaal nog erg rood uit. Wat niet opgegeten was, was het hartje. Dat lag er naast. Vreemd.


Toen bij Jan gekeken die nestkasten ophing. Had eerder gemoeten, maar beter laat dan nooit. We hebben al jaren een pimpelmezenkastje hangen. Koolmezen hebben het vlieggat groter gemaakt. Het is elk jaar weer spannend wie erin gaat broeden: de pimpelmezen of de koolmezen. Vorig jaar was er een nieuwe kaper op de kust: toen heeft er een paartje ringmussen ingezeten. Verder hebben we nog een mezenpot waarin vorig jaar koolmezen zaten. En een spreeuwenpot, maar die is nog niet ontdekt. De jonge koolmezen van vorig jaar overnachten nog steeds gezellig met elkaar onder de dakrand van de hooiberg. In die hooiberg hebben we ook al eens winterkoninkjes gehad. Als de jonge vogels uitvliegen, houden we de poezen een paar dagen binnen.
Onze zoon Marijn heeft vorig jaar op mijn verzoek een paar nestkasten gemaakt. Een kast voor vliegenvangers, een huismussenhotel (met drie ruimtes) en een steenuilenkast. Die hebben nu allemaal een plekje gekregen. Na mijn tijdelijke baan bij CNME Amersfoort kreeg ik als dank een mezenkast. Die hangt nu in de pruimenboom; vanuit de woonkamer hebben we er mooi zicht op.
Ik ben benieuwd hoeveel vogels van al deze huisvesting gebruik gaan maken. 


Tenslotte nog een stukje gelopen met onze labradorpup Beer. Onderweg zagen we wilde eenden, knobbelzwanen, kuifeenden en smienten, allemaal op het water van de Kromme Mijdrecht. Vanuit de weilanden hoorden we nog meer smienten en overvliegende wulp. En ik zag een eerste bloemhoofdje van het klein hoefblad! Nog niet echt in bloei, maar wel duidelijk aanwezig. Ja, de lente is in aantocht!

vrijdag 21 januari 2011

Welkom op Bams in 't groen

Een Bams, actief in het groen. 'Groen' staat voor natuur, duurzaamheid, tuin, ... (en vast voor nog veel meer). 'Bams' is mijn achternaam, afgeleid van het woord beemd. Dat zijn natte hooi- of graslanden en die vind je volop in mijn woonomgeving.
Ik ben actief in natuur- en milieueducatie. Daarover, en andere groene zaken, heb ik wel eens wat te vertellen. Twitter, LinkedIn en Facebook schieten daarbij vaak te kort. Met deze blog wil ik graag mijn verhaal en ideeën kwijt, medestanders zoeken, enzovoort.